De Griekse mythologie is de verzameling van mythen, sagen en verhalen van de oud-Griekse beschaving. Middels deze verhalen gaf de Griekse beschaving verklaringen voor hoe de wereld was ontstaan en gaven ze betekenis aan elementen, natuurverschijnselen, ziekten en het karakter van de mens. Ze gaven vorm aan de morele en sociale normen van de oude Grieken. In de verhalen spelen goden, titanen, helden en mythische wezens een hoofdrol. Hedendaags zie je de Griekse mythologie nog altijd terug in ons dagelijks leven. Er wordt nog altijd ontzettend veel inspiratie gehaald voor films, boeken en theaterstukken. Ook zie je in de kunst en onze taal de Griekse mythologie nog altijd veelvuldig terugkomen.
Griekse mythologie: waar te beginnen
De Griekse mythologie is, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de bijbel, niet een boek waarin alle verhalen beschreven werden. De mythen en sagen werden vanaf de bronstijd mondeling op elkaar overgedragen. Uiteindelijk zouden de mythen en sagen geleidelijk in de literaire wereld worden opgeschreven, maar hier zit niet altijd een logische volgorde in. Zo schreef de Griekse dichter Homerus in de 8e eeuw voor Christus twee van de bekendste werken uit de Griekse mythologie, de Ilias en de Odyssee. Deze gedichten gaan bijvoorbeeld over de Trojaanse oorlog en welke rol de goden hierin speelden. De goden zelf werden hier niet geïntroduceerd omdat Homerus in de veronderstelling was dat iedereen de goden al kende. Rond de 7e eeuw voor Christus schreef Hesiodos het eerste werk dat een logische volgorde gaf, het oorsprongsverhaal van de Griekse mythologie. Dit was de Theogonie. Latere schrijvers, dichters en kunstenaars gebruikten de werken van Homerus en Hesiodos vaak als basis voor hun eigen werken.
De oorsprong: beginnend bij de oergoden
Volgens de Theogonie zou de wereld zijn ontstaan door oergoden. De oergoden waren een vertegenwoordiging van krachten of fysieke fundamenten voor de wereld. Denk aan de nacht, de aarde of de hemel. Volgens Hesiodos was er in het begin de oergod chaos, de oerstaat van leegte en wanorde. Uit chaos zouden vijf andere oergoden ontstaan die verantwoordelijk waren voor het scheppen van de wereld zoals we hem kennen:
- Gaia (de aarde): de godin en personificatie van de aarde zelf
- Tartaros: de diepe, duistere afgrond onder de wereld, wat later de gevangenis werd van de titanen
- Eros (Liefde): de god en de personificatie van liefde
- Nyx: de godin en de personificatie van de nacht
- Erebos: de god en de personificatie van de duisternis
Gaia zou vervolgens uit haarzelf drie oergoden laten voortkomen. Dit waren:
- Ouranos: de god en de personificatie van de hemel
- Ourea: de god en de personificatie van de bergen
- Pontus: de god en de personificatie van de zee.
Nyx en Erebos zouden zich verbinden en kregen twee kinderen die ook oergoden zouden zijn:
- Aether: de god en de personificatie van de atmosfeer
- Hemera: de godin en de personificatie van de dag
In totaal zouden er volgens de Griekse mythologie elf oergoden zijn geweest die fundamenten van de wereld in elkaar zette en wereld vorm gaven.
De titanen grijpen de macht
Er waren echter nog veel meer dingen te verklaren voor de oude Grieken. Daarom zouden Gaia en Ouranos zich met elkaar verbinden en in totaal 18 kinderen krijgen: eerst kwamen de twaalf titanen en daarna volgden de drie Cyclopen en drie Hekatoncheiren. De Hekatoncheiren waren reuzen met 50 hoofden en 100 handen. De cyclopen waren reuzen met een oog in het midden van hun voorhoofd. Bij de titanen werden zes mannelijke titanen en zes vrouwelijke titaniden geboren. De mannelijke titanen waren:
- Kronos: de jongste titaan en later degene die de leider van de titanen wordt
- Okeanos: titaan van de oceaan
- Hyperion: titaan van het hemelse licht
- Koios: titaan van de wijsheid en intelligentie
- Crius: titaan van de sterrenbeelden
- Iapetus: titaan van de sterfelijkheid
De vrouwelijke titaniden waren:
- Rhea: echtgenote van Kronos en titanide van de aarde en moederschap
- Tethys: echtgenote van Okeanos en titanide van het zoete water en de oceaan
- Theia: echtgenote van Hyperion en titanide van het zicht en visie
- Phoebe: echtgenote van Koios en titanide van het intellect en de profetie
- Themis: titanide van de goddelijke orde en recht
- Mnemosyne: titanide van geheugen en de personificatie van herinneringen
Ouranos was een slechte vader. Op het moment dat de Cyclopen en Hekatoncheiren geboren werden, zette Ouranos hen gevangen in de buik van Gaia. Hierdoor leed Gaia ontzettend veel pijn, waarop ze een plan begon te smeden om Ouranos te verdrijven. Ze riep de hulp van haar titanen kinderen in, maar alleen Kronos was moedig genoeg om de handschoen op te pakken. Kronos verstopte zich op een dag in de buik van Gaia. Op het moment dat Ouranos met Gaia wou gaan liggen, kwam Kronos uit Gaia haar buik tevoorschijn en castreerde hij hem met een sikkel. Na deze actie werd Kronos de heerser van het universum en de leider van de titanen. Hij sloot de hekatoncheiren en cyclopen weer op, ditmaal in Tartaros.
Onder het leiderschap van Kronos ontstond een gouden gouden tijdperk waarbij er vrede, harmonie, stabiliteit en welvaart was in de wereld. De titanen kregen relaties met elkaar en er werden verscheidene titanen kinderen geboren. Sommige van de titanen kinderen zouden later in de Griekse mythologie nog een belangrijke rol vervullen. De bekendste kinderen van de titanen zijn:
- Okeanos en Tethys kregen: 3000 riviergoden (potamoi) en 3000 riviernimfen (oceaniden)
- Iapetus en de riviernimf Clymene kregen: Prometheus, Atlas, Epimetheus en Menoetius
- Hyperion en Theia kregen: Helios, Selene en Eos
- Koios en Phoebe kregen: Asteria en Leto
- Crius en Eurybia kregen: Pallas, Astraeus en Perses
Het ontstaan van de Olympische goden
Tijdens het gouden tijdperk kregen Kronos en Rhea een relatie. Hij vreesde echter voor een oude profetie die zijn vader Ouranos hem had voorspeld: dat Kronos, net als Ouranos zelf, ten val zou worden gebracht door een van zijn kinderen. Om dit te voorkomen verslond Kronos alle kinderen die hij met Rhea kreeg direct na de geboorte met huid en haar. Bij zijn eerste vijf kinderen (Poseidon, Hades, Demeter, Hera en Hestia) lukte dit. Toen Rhea in verwachting was van haar zesde kind, Zeus, verzon ze een list om zijn leven te sparen. Ze week uit naar een grot in Kreta en verwisselde, zonder dat Kronos het door had, Zeus met een in doeken omhulde steen. Rhea gaf de steen vervolgens aan Kronos en die at de steen op, denkende dat het Zeus was. Hierdoor kon Zeus opgroeien tot een volwassen god.
Zodra Zeus volwassen was, besloot hij zijn vader Kronos uit te dagen. Hij vermomde zich als een olympische bekerdrager en gaf Kronos een drankje waardoor die zijn opgegeten kinderen weer uit zou spugen. Hierdoor kwamen Poseidon, Hades, Hera, Demeter en Hestia vrij uit de maag van Kronos, waarop ze de strijd aan gingen met Kronos en zijn titanen. Zeus bevrijdde vervolgens de cyclopen en hekatoncheiren uit Tartaros. De tien jaar durende strijd die hieruit voortkwam werd ook wel de titanenstrijd genoemd. De olympische goden zouden uiteindelijk overwinnen en Zeus zou de nieuwe heerser over de wereld worden. Zo zou de voorspelling van Ouranos waarheid worden en werd Kronos ten val gebracht door zijn eigen zoon. Zeus zou de titanen die aan de titanenstrijd hadden meegedaan vastzetten in Tartaros. Atlas, de legeraanvoerder van de titanen, kreeg een andere straf toegedicht; hij moest het hemelgewelf voor de rest van zijn leven op zijn schouders dragen.
De olympische goden
Met de overwinning op de titanen brak er een nieuw tijdperk aan. Het tijdperk van de Olympische goden, met Zeus als oppergod. In de Griekse mythologie waren de twaalf Olympische goden de belangrijkste goden waar de Grieken in geloofden. Ze heersten vanaf de berg Olympus over de wereld. Hoewel Hades oorspronkelijk een olympische god zou kunnen zijn, trok hij zich terug tot de onderwereld waardoor hij niet als olympische god gerekend zou worden. Nadat ze Kronos hadden verslagen vestigden ze zich op Olympus en voegden Aphrodite en zes kinderen van Zeus zich bij de olympische goden. Zij zouden de twaalf olympische goden worden. Een ander kind van Zeus, Dionysos, zou later de plek van Hestia innemen als een olympische god. De twaalf olympische goden waren:
- Zeus: oppergod en god van de hemel, (on)weer en bepaalt de wet, orde en het lot
- Poseidon: god van de zee, het water en aardbevingen
- Demeter: godin van de landbouw, oogst, graan en de vruchtbaarheid van de aarde
- Hera: vrouw van Zeus en godin van het huwelijk, vruchtbaarheid en geboorte
- Hestia: godin van het haardvuur, het huis en de bereiding van de familiemaaltijd
- Aphrodite: godin van de liefde, schoonheid en seksualiteit
- Hermes: god van de handel, wegen, reizigers, diefstal en sluwheid, herauten en diplomatie, taal en de boodschapper van de goden
- Hephaistos: god van de smeedkunst, het vuur en ambacht
- Pallas Athena: godin van wijsheid, goede raad, (strategische) oorlogsvoering, vrede, ambachtelijke arbeid en kunst
- Ares: god van de oorlog en krijgslust
- Apollo: god van de muziek, profetie en orakels, boogschieten, genezing en ziektes, poëzie, de waarheid, de zon en het licht
- Artemis: godin van de maan, kuisheid en de jacht
- Dionysos: Dionysos verving Hestia later als een van de Olympische goden. Hij is de god van de wijn, vruchtbaarheid, theater en feesten
Griekse mythen
De olympische goden stonden niet stil. Ze kregen relaties of affaires waar kinderen uit kwamen, kregen ruzie, wilden hun territorium uitbreiden; noem het maar op. Uit al deze avonturen die de Olympische goden beleefden zijn verscheidene mythen ontstaan. Denk aan de creatie van de mens, Prometheus die het vuur voor de mensheid stal, de doos van Pandora, de ontvoering van Persephone of het verhaal van Medusa. Middels deze mythen probeerde de Grieken verklaringen te vinden voor hoe iets werkt of waarom iets was ontstaan. Een andere reden die de oude Grieken gebruikte voor het schrijven van mythen is om een boodschap over te brengen. Denk bijvoorbeeld aan het verhaal van koning Midas, die alles wat die aanraakte in goud veranderde. Die leert dat goud nog zo waardevol kan zijn, goud alleen maakt niet gelukkig.
De tijd van helden
Volgens de Griekse mythologie was er een tijd waarin half-goddelijke en menselijke helden hebben geleefd. Dit heroïsche tijdperk duurde vanaf de komst van de Grieken naar Thessalië tot aan de terugkeer van de Griekse krijgers uit de Trojaanse oorlog. Denk aan de held Herakles en zijn twaalf werken, de reis van Jason en zijn Argonauten of aan Thesis die de Minotaurus verslaat. De bekendste helden uit de Griekse mythologie zijn:
- Herakles
- Jason
- Thesis
- Achilles
- Hector
- Aeneas
- Bellerophon
- Diomedes
- Odysseus
- Perseus
- Orpheus
- Aktaion
- Adonis
- Ajax
Mytische wezens & monsters in de Griekse mythologie
De Griekse mythen en sagen zaten vol met wezens, monsters of dieren met bepaalde eigenschappen. Ze komen meestal in mythen voor waarin een god of een held het wezen moet overwinnen om zijn taak te volbrengen. De mythologische wezens zijn niet bestaande , fantasierijke wezens. Vaak zie je bij de wezens dat ze meerdere eigenschappen van verschillende dieren hebben. Denk aan Pegasus, het vliegende paard, of een centaur, half-mens, half-paard. De bekendste mythische wezens uit de Griekse mythologie zijn:
- Pegasus
- Minotaurus
- Griffioen
- Sater
- Centaur
- Python
- Medusa
- Hydra
- Sirenen
- Sfinx
- Hippocampus
- Feniks
- Harpij
- Kerberos
- Lamia
- Chimaera
- Talos
- Charybdis
- Peryton
- Cyclopen
- Gorgonen
- Drakon
- Silenen
- Hekatoncheiren